Wie wint er: Jij en je maat winnen de set als je samen meer dan de helft van de behaalde punten hebt. Dus als je gaat en je hebt 81 punten.. dan heb je verloren. Als je gaat en je hebt 81 punten plus 20 roem (de enige roem), dan heb je gewonnen. Met 20 roem heb je eigenlijk al aan 72 punten genoeg om de set te winnen want 72 + 20 = 92 en 162 – 72 = 90, tenminste, als het andere team geen roem heeft behaald. Kortom: Als je gaat moet je altijd méér punten halen dan het andere team. Want anders…
Als je verliest: Als jij of je maat gegaan bent en je haalt niet méér punten dan het andere team… dan ben je flink de klos. Dan gaan alle punten van die ronde, inclusief de behaalde roem, naar het andere team. Als je gaat moet je dus behoorlijk zeker van je zaak zijn. Je maat gaat niet blij met je zijn als jullie de ronde verliezen omdat jij op twee kleine troefjes dacht te kunnen gaan. Maar aan de andere kant.. het is soms ook riskant om te passen op een (misschien maar net) haalbare kaart. Bijvoorbeeld als je geen ruiten hebt en een aardige schoppen. Als je dan past op schoppen en een ander gaat vervolgens op ruiten… dan krijg je misschien een PIT om je oren. Dan kun je dus beter gaan op schoppen en hopen dat je maat ook nog wat heeft. Want dat is altijd de vraag.. wat heeft mijn maat? Het is na het delen streng verboden om te praten over je kaarten. Zelfs extra somber of vrolijk kijken is niet toegestaan. Of vage opmerkingen maken zoals “oh, een klavertje vier!” of “ik heb gisteren nog m’n ruiten gewassen”… dat mag (zeker bij wedstrijden) dus echt volstrekt niet. Toch bestaan er ook manieren om je maat legale hints over jouw kaarten te geven. Dat noemen we “seinen”.
Wanneer je maat gegaan is en er in de eerste slagen alle troeven uit trekt, een beproefde methode, kan jij al snel geen troef meer bij leggen. Op zo’n moment kan (nee, moet!) je seinen. De kaart die je dan bijlegt vertelt je maat van welke kleur jij een goede of slechte kaart hebt. Er bestaan vele, soms ingewikkelde, varianten van seinen. Klaverjas Trainer gebruikt alleen een aantal relatief eenvoudige signalen, gebaseerd op (wedstrijd-) situaties waarbij je steeds van maat wisselt en speciale afspraken dus niet mogelijk zijn: Ik sein PIT Spel met een 7, 8, 9 of Aas. Daarmee geeft ik aan dat ik een PIT spel kan afmaken als Maat er eerst alle troeven uit speelt. Na deze kaart zal je de andere kaarten van die kleur dus vaak moeten bewaren. Ik kan een kleur Afseinen met een Boer, Vrouw, Heer of Tien. Dan zeg ik simpelweg dat ik daar geen slag van kan pakken. Vuil Seinen wordt herkend als je de twee andere kleuren (troef doet niet mee) hebt afgeseind. De laatste kleur zal als seinkleur worden behandeld, maar gezien het risico (maat kan die kleur ook helemaal niet hebben) niet als PIT sein. Klaverjas Trainer speelt dan dus niet eerst al zijn eigen goede kaarten en troeven uit.